woensdag 30 november 2016

Nicolaus Notabene



Winteruurgewijs, net voor het slapen gaan....





Misschien moet ik me hier nog een ogenblik bezighouden met de gedachte in welke relatie ik mezelf denk te plaatsen ten opzichte van de lezers. Deze overweging beschouw ik als iets grappigs, een luchthartig tijdverdrijf, waar je gerust een half uurtje aan kunt besteden als je klaar bent met het schrijven van je boek, maar zeker niet eerder. In onze tijd denkt men daar anders over. Men denkt dat de dwaze ernst waarmee een schrijver zichzelf lezers probeert te verschaffen voordat hij met schrijven begint, en dat de jeugdige luchthartigheid waarmee hij plannen ontwerpt en mensen daarin inwijdt, dat die pas werkelijk ernst zijn, een ernst die bewijst dat je de rijpheid hebt van een volwassen man. Wie bij zijn beschouwing van het leven en wat zich in het leven voordoet niet zover is gekomen dat hij weet wat een ernstige toets kan doorstaan en wat als een dun laagje ijs slechts de snelle vaart van een schaatser kan dragen, zo iemand kan natuurlijk nooit in zichzelf en in zijn prestaties ernst bereiken.

Ieder mens in enkel op zichzelf aangewezen, en wie er op toeziet daar bij te blijven, heeft vaste grond om op te staan, die hem niet beschaamd zal maken. Als hij dan bij zichzelf overweegt wat hij wil, in hoeverre hij wil, en als hij dan op grond van deze overweging langzaam en zwijgzaam een begin maakt, dan zal zijn ernst niet beschaamd worden.Als iemand er echter behagen in schept ernstig te worden bij de gedachte wat hij voor anderen wil doen, dan blijkt daaruit dat hij ten diepste een joker is, wiens leven poppenkast is en blijft, ondanks expressie en gebaren, hoogdravende frasen en gevoel voor theater. Degene die mijn lezer wordt, zal het met mij eens zijn dat de wetenschap, ook al is ze in onze tijd met alles klaar, jammer genoeg de pointe van het geheel heeft vergeten. Dat kernpunt is nu juist dat het hier helemaal niet gaat om fans of om abonnees of om een polonaise rond een of andere literaire afgod. Wie er van overtuigd is dat iedereen op zichzelf is aangewezen en dat dit de hoofdzaak is, alleen zo iemand is mijn lezer.

Maar daarom kan ik ook niet zeker weten of hij al dan niet verder is dan ik. Ik vertrouw er echter toch op dat hij op de een of andere manier er iets aan zal hebben om te lezen wat ik schrijf. Maar, en dat wil ik nog eens herhalen, ik zou nooit op het idee komen mij een gewichtigheid aan te meten alsof het omwille van anderen noodzakelijk was dat ik een boek heb geschreven. Pas als de drijfveer en de drang in mijzelf me tot schrijven heeft gebracht, en pas als ik ermee klaar ben, pas dan kan het in me opkomen aan een lezer te denken.
Met behulp van deze opvatting hoef ik me ook niet bij voorbaat zorgen te maken over de lotgevallen van het boek. Vermoedelijk komt dit boek uit, met zekerheid kan ik dat niet weten. Als het een lezer aantreft die er enig nut van heeft of plezier aan beleeft, dan is dat voor mij een onzekere opbrengst waar ik niet op gerekend heb, en daarmee zijn we quitte tot wederzijdse tevredenheid en genoegen.

Sören Kierkegaard, Voorwoorden VII


http://www.kierkegaardvandaag.nl/kierkegaardvandaag/home.html
Ik veronderstel dat Andries Visser de vertaler van dienst is.





zaterdag 26 november 2016

De nuancist






Er is nood aan een meer genuanceerde visie, zowel voor minderheden als voor de meerderheid

Patrick Loobuyck is hoogleraar levensbeschouwing (UA), gastprofessor politieke filosofie (UGent) en opiniemaker voor De Morgen.




25 jaar na Zwarte Zondag: hebben we vooruitgang geboekt in de discussie over diversiteit, samenleven, populisme en extreemrechts? Te weinig. Er is een en ander geëvolueerd, maar niet ten goede.
Eerste evolutie: politici, journalisten en waarnemers zijn het onderling steeds minder eens over de wenselijkheid van een cordon. Journalist Joël De Ceulaer (DM 19/11) noemt het mediacordon nu een vergissing en ook academici twijfelen. Jos Geysels (DM 22/11) en politiek filosoof Stefan Rummens blijven het idee van een politiek cordon sanitaire verdedigen. Velen blijven verward en verweesd achter.




Tweede evolutie: het debat is erg gefocust geraakt op dé islam. Islampessimisten als Wim Van Rooy zijn er rotsvast van overtuigd dat de islamisering een gigantisch probleem is (DM 23/11). "Moslims hangen een gevaarlijk nazistische ideologie aan. Het zou beter en veiliger zijn mochten we niet met hen moeten samenleven." Islamoptimisten fietsen dan weer om de problemen heen die de islam in zich draagt. Geen kritisch, negatief woord over de islam in het interview met Nadia Fadil (DM 24/11). Zij herleidt de problematiek van de multiculturele samenleving vooral tot racisme en discriminatie.
Van Rooy, Dewinter en anderen zeggen dat moslims hier niet thuishoren en hier niet kunnen integreren. Fadil, Abou Jahjah en co. benadrukken vooral dat moslims hier niet als gelijke burgers worden behandeld en hier niet mogen integreren en participeren. Volgens Fadil lezen we voortdurend, maar ten onrechte, 'dat de islam het probleem is'. Volgens Van Rooy lezen we daarentegen nooit dat de islam het probleem is (vandaar zijn boektitel: Waarover men niet spreekt). Een vastgelopen stellingenoorlog waarin beide partijen slechts de eigen helft van de werkelijkheid willen zien.
Derde evolutie: het succes van Donald Trump, Marine Le Pen, Nigel Farage en Geert Wilders maakt van Zwarte Zondag klein bier. Nog minder dan 25 jaar geleden is er een antwoord op populisme. En ook hier tekent zich een stellingenoorlog af met eenzijdige standpunten.



Vorige week schreef ik dat het Pietenpact de perceptie voedt dat de weldenkende elite haar wereldvreemde multiculti-agenda door de strot van de gewone mens wil duwen (DM 15/11). Het leverde me een nieuwe werkplek op, las ik op sociale media: de WIT, de Weldenkende Ivoren Toren. Van daaruit schrijf ik, op kosten van de gemeenschap, belerende en betweterige stukken zonder voeling met de realiteit.
Hoe durfde ik immers over 'perceptie' te spreken?! "Volk versus elite is geen populistisch denkbeeld, maar de re-a-li-teit. Wie die tegenstelling in twijfel trekt, is niet van deze wereld." Zie ik dan niet dat we al jaren worden geregeerd en gemanipuleerd door een politiek correcte elite? De politiek, het onderwijs, de media, de culturele centra en het middenveld - ze worden allemaal beheerst door een links-progressieve agenda. Migranten en vooral moslims worden ontzien. Vlamingen daarentegen worden voortdurend van racisme beticht. En in plaats dat de nieuwkomers zich integreren, zijn het de Vlamingen die hun eigen cultuur moeten aanpassen. Niet het onverdoofd slachten wordt aangepakt, wel onze Zwarte Piet. En straks eten we met zijn allen halal...

Vox populi

Ziehier de analyse van de populisten: de machtsverhoudingen maken dat wat echt in de samenleving leeft niet aan de oppervlakte komt. Want diegenen die verzet aantekenen tegen de hegemonie van de weldenkende maar corrupte elite worden meewarig aan de kant gezet. Naar de vox populi wordt niet geluisterd, de gewone man is van de macht uitgesloten.
Maar dat is buiten de verkiezingen gerekend. "The times they are a-changin'", zo citeerde Filip Dewinter de kersverse Nobelprijswinnaar Literatuur in de Kamer. Nu Trump verkozen is en de brexit gestemd, is de tijd daar voor de opstand tegen de elite en de emancipatie van het volk. En hoop doet leven, want in Europa zijn Le Pen, Wilders, Alternative für Deutschland, Vlaams Belang en andere rechts-populistische partijen in opgang.



Dit soort analyses horen we dagelijks. Het gevaar bestaat dat we ze nog gaan geloven ook. Als leugens lang genoeg worden herhaald, worden zij vanzelf de waarheid. Nochtans valt er op de tegenstelling volk-elite ontzettend veel af te dingen. Ze is simplistisch schematisch en verdonkeremaant een veel complexere werkelijkheid. Zowel het volk als de elite is over heel wat thema's intern verdeeld. Zelfs het Vlaams Belang heeft een extreemrechtse en een zeer extreemrechtse vleugel. De categorieën 'homogeen volk' en 'weldenkende elite' zijn ongedefinieerde constructies. Handig om electoraat te mobiliseren, maar weinig accuraat om de werkelijkheid te begrijpen. Bovendien is populisme een belangrijk signaal, maar biedt het geen realistische oplossingen.

Spiegelbeeld

Om de populisten in het ongelijk te stellen, proberen velen al jaren de werkelijkheid anders te reconstrueren. In spiegelbeeld. Het stuk 'De tirannie van de meerderheid' van Joël De Ceulaer (DM 19/11) is een sprekend voorbeeld. Hij mocht ongetwijfeld op applaus rekenen van mensen als Dyab Abou Jahjah en andere antiracisme-activisten.
Er bestaat een linkse kerk waar zijn analyse bon ton, ja bijna dogma is. Ze gaat als volgt. We worden helemaal niet door een weldenkende elite geregeerd. Integendeel. De angst voor populisten en extreemrechts heeft ertoe geleid dat mainstreampartijen hen zijn achternagelopen en hun discours en standpunten hebben overgenomen. Plat op de buik. Kijk maar naar het islamdebat, waar de islamkritiek de bovenhand heeft. Niet weldenkend links, maar populistisch rechts zwaait indirect al jaren de plak en bepaalt de politieke agenda. Hierdoor wordt racisme niet aangepakt, maar weggerelativeerd. Niet de etnisch culturele minderheden, maar de bange blanke Vlamingen worden gepamperd.



Tijd dus om de rug te rechten en ermee te stoppen de potentieel racistische kiezers naar de mond te praten. Iedereen moet inburgeren in de superdiversiteit, de bedenkers van het Pietenpact mogen niet plooien en laat ons eindelijk werk maken van de strijd tegen het racisme, dat heel diep in de Vlaamse aard, samenleving en instituties zit ingebakken.
Deze framing is even eenzijdig, dualistisch en beperkt als de populistische. Er zijn momenten dat de Vlaming werd ontzien, maar er zijn net zo goed momenten waarop de moslimgemeenschap en de nieuwkomers werden ontzien.
Waarom hebben we gewacht tot in 2003 om een inburgeringsdecreet te stemmen? Waarom is het onverdoofd slachten anno 2016 nog steeds niet verboden? Waarom heeft men de problematische toestanden in het joodse onderwijs niet aangepakt? Waarom durfde men na de invoering van de snel-Belgwet in 2000 jarenlang geen integratievoorwaarden te koppelen aan de nationaliteitsverwerving? Waarom heeft men zo lang geaarzeld om de huwelijksmigratie beter te managen? En laat ons eerlijk zijn: welke ouder zag zijn kind thuiskomen van school met de mededeling dat de leerkracht sympathie had voor Trump?
Het valt niet te ontkennen dat een minimale vorm van weldenkendheid de overhand heeft in de boodschappen die de sociaal-culturele sector, bepaalde media en het onderwijs uitdragen. Dat is niet erg, maar we zijn er ons maar beter goed van bewust.
En: populisme heeft soms de verdienste thema's op de politieke agenda te zetten die vele mensen beroeren maar door de mainstreampolitici niet worden opgepikt of bewust worden vermeden. Migratie, diversiteit, islam en Europese integratie zijn daar voorbeelden van.

Nuance

Bij het lezen van de populistische analyse voelen de etnisch-culturele minderheden zich verongelijkt. Bij het lezen van De Ceulaer voelt de autochtone Vlaming zich verongelijkt. Terecht. De realiteit is complexer en de problematiek verdient beter. Laat ons een discours zoeken dat tegemoetkomt aan ieders zorgen. Ik geef hier enkele voorzetten.
Natuurlijk is racisme niet relatief, maar heb er ook oog voor dat de term vaak gratuit als conversatiestopper wordt gebruikt, bijvoorbeeld om islamcritici de mond te snoeren of om kritiek op storend gedrag van jongeren van Marokkaanse afkomst af te blokken. Natuurlijk zijn er mechanismen van discriminatie waar mensen met een vreemde naam op botsen, maar in plaats van de blanke Vlamingen te culpabiliseren, moeten ze worden geïnformeerd en begeleid, zodat die mechanismen minder impact krijgen. Wijs bovendien ook op de bestaande kansen en doorprik de slachtoffercultuur waarin etnische minderheidsgroepen zich weleens wentelen. Racisme, discriminatie en wij-zijdenken zijn bovendien des mensen en als dusdanig ook aanwezig bij minderheidsgroepen. Dat moet evengoed worden geproblematiseerd.



Natuurlijk brengen verandering, diversiteit en globalisering onrust, angst en onzekerheid met zich mee. Doe daar niet politiek correct meewarig over. Zet de onwennigheid met migranten niet zomaar weg als xenofobie, zoals Bob Cools dat in zijn interview deed (DM 21/11). Maar buit die angst ook niet op een populistische manier electoraal uit. Maak duidelijk dat die onrust normaal is en ga samen zoeken hoe die het best kan worden ontmijnd.
Natuurlijk vergt de diversiteit een inspanning van Vlamingen, maar leg uit dat die inspanning niet impliceert dat ze die zaken waaraan ze gehecht zijn zomaar zullen moeten opgeven. Leg uit dat ook nieuwkomers een inspanning moeten doen om zich onze maatschappelijke cultuur, taal en omgangsvormen eigen te maken. Leg ook aan nieuwkomers uit dat de uitnodiging om hier Nederlands te leren geen vraag is om zich te assimileren. De inburgeringseis is geen uiting van misplaatst nationalisme, maar een manier om de samenleving hier leefbaar te houden, het sociaal weefsel sterk genoeg te houden en henzelf ook optimale participatiekansen te geven. Als we willen dat de integratie lukt, moet de hele samenleving op haar verantwoordelijkheid worden aangesproken. Niet alleen de zogenaamde bange blanke man die De Ceulaer noemt, maar ook niet alleen de zogenaamde integratie-onwillige nieuwkomer die Dewinter noemt.



En inzake terreur: in plaats van eenzijdig de islam te viseren, zoals populisten doen, of de islam te verzwijgen, zoals de politiek correcte president Obama dat deed, probeer de juiste relatie tussen terreur, IS en islam te benoemen. Ja, IS heeft met islam te maken. Nee, IS vertegenwoordigt niet de hele moslimgemeenschap en de meeste moslims hangen de radicale IS-ideologie niet aan.
Worden we geregeerd door de weldenkende elite? Nee. Worden we geregeerd door de tirannie van de meerderheid? Nee. Er is nood aan een meer genuanceerde visie die recht doet aan de problemen en uitdagingen die samenleven in diversiteit met zich meebrengen, zowel voor minderheden als voor de meerderheid. Denkschema's die maar de helft van de realiteit en de problemen belichten, laten we beter achterwege.

http://www.demorgen.be/opinie/er-is-nood-aan-een-meer-genuanceerde-visie-zowel-voor-minderheden-als-voor-de-meerderheid-b0b6b3d2/


De genuanceerde visie.
Hebt u al ooit een artikel gelezen waarin de visie van de tegenstander als "genuanceerd" wordt omschreven en de eigen visie als "niet genuanceerd"?
Ik zal er geen twijfel over laten bestaan: Fuck nuance.
Dit is geen genuanceerde visie.
Ik heb een probleem met nuance.
Ik heb een probleem met nuance en wel hierom:  De categorie "nuance" is een ongedefinieerde constructie.
Dat is een nogal flauwe analogie van mijn kant.
Laten we er gemakshalve van uitgaan dat de auteur "genuanceerd" gebruikt in de betekenis van "met zin voor (subtiel) onderscheid". Soms is het gemakkelijker om iemand woorden in de mond te leggen die hij niet uitgesproken heeft dan het verwijt van vaagheid te gebruiken.
Stel dat een vraag beantwoord wordt met "Ja" of "Nee", hoeveel ruimte is er dan nog voor nuance?
Ik geef hier enkele voorzetten.
Worden we geregeerd door de weldenkende elite? Nee.
Worden we geregeerd door de tirannie van de meerderheid? Nee.
Van zodra iemand de pen ter hand neemt stopt hij met het onderscheid te maken.
Het is aan de lezer te achterhalen op welk moment hij gestopt is.

Zo wou ik ooit een essay schrijven over de boom.
Met zin voor nuance weliswaar.
Dus koos ik mij een bos uit.
Het was het bos dat grenst aan mijn tuin.
Maar een bos is uiteraard geen boom.
Ik koos voor een ietwat alleenstaande eik.
Ik bestudeerde de eik zeer grondig.
Het zou een genuanceerd essay over de boom worden. "Genuanceerd" in de betekenis van "doordacht".
Ik bestudeerde de eik zeer grondig, maar net toen ik dacht dat ik de essentie van de eik wel gevat had, stak er een briesje op en waaiden er enkele bladeren van de eik weg.
"Gelukkig maar dat ik zo grondig ben", bedacht ik mij toen ik even in het gras ging zitten, "of ik had deze nuance gemist".










woensdag 23 november 2016

Mieke Groeninck



Meestal is denken gemakkelijk, tenzij het ons van een van onze lievelingsinzichten berooft. Dan blijven we verwilderd achter (1944, 55 jaar)







Kunnen "wij" voor onszelf denken, terwijl "zij" blindelings beïnvloed worden door een bepaald discours?

Mieke Groeninck is doctoraatsstudent sociale en culturele antropologie aan de KU Leuven. Ze reageert op het interview met Wim Van Rooy.




In een interview met Joël De Ceulaer claimt schrijver Wim Van Rooy nog maar eens dat "islam niet integreerbaar is", dat "islam het nieuwe fascisme is", dat "islam geen ‘libido sciendi’ kent", en dus kortom, dat "we" onze hakken in het zand moeten zetten en zeggen "tot hier en niet verder".
In wat intussen ‘normale omstandigheden’ kunnen genoemd worden, zou ik het woord laten aan de tal van jonge Belgische, islamitische intellectuelen die intussen een vaste waarde geworden zijn in het publieke debat. Maar in dezen worden wij, sociale wetenschappers die werken rond islam, ook geïnterpelleerd en wel om het volgende. Meneer Van Rooy claimt dat hij "jarenlang die religieuze ideologie heeft bestudeerd" en dat "u en uw collega-journalisten dat ook eens zouden moeten doen". Wel, ikzelf, net als zovele anderen, doen dat nog steeds. En daarom ben ik het niet met u eens.
Ik zou van wal kunnen steken over hoe, wat Van Rooy claimt over het superioriteitsgevoel dat specifiek ingebed zou zijn in islam, het gebrek aan ‘libido sciendi’ en de onzin van kennis over de natuurwetten binnen islam, niet stroken met tal van vormgevende voorbeelden uit de islamitische geschiedenis. Hoe voor zowel islamitische filosofen, theologen, als mystici, natuur- en menswetenschappen, diversiteit en wederzijdse verschillen niet als contradictorisch of problematisch beschouwd werden, maar net integraal deel uitmaakten van ‘het wonder des Werelds’, en in die hoedanigheid onderzocht en begrepen werden. 
Over hoe tal van hedendaagse wetenschappers met islamitische achtergrond en hervormingsgezinde theologen vanuit hun eigen religieuze traditie hoge toppen scoren en steeds meer mensen bereiken, ook in de diaspora. Of over hoe Van Rooys vereenzelviging van het joods-christelijke kader (wat dat ook moge zijn) met humanisme en respect voor liberale waarden eveneens getuigt van een selectieve lezing van de geschiedenis.
Maar er is iets anders wat nog pertinenter is. Aan de ene kant maakt Van Rooy een duidelijk onderscheid tussen de racistische praat van de "moegetergde volksmens", en elke traditie van "white supremacy" dat hij expliciet veroordeelt. Racistische uitspraken worden door hem beschouwd als "peanuts" en er wordt nergens een link gelegd naar de toename van islamofobe en racistische incidenten in de laatste jaren, noch naar neonazistisch terrorisme als in het geval van Anders Breivik, en al helemaal niet naar een bredere culturele of religieuze Westerse traditie waartoe de daders behoorden – ongeacht of zij daar rechtstreeks naar refereerden of niet. 
Maar aan de andere kant stelt Van Rooy dat het onderscheid tussen het individu en het collectief niet bestaat in het geval van de islam. Zowel jihadi terrorisme als kleinere incidenten beschouwt hij als zijnde exclusief gemotiveerd door "de" islam. Daar waar racistische uitspraken door Van Rooy, ten slotte, worden afgedaan als het gevolg van "angsten" en "moegetergd zijn", is er echter nergens sprake van sociale omkadering in het geval van ‘de ander’. Met andere woorden: het ‘autochtoon’ superioriteitsdenken wordt afgedaan als een gevolg van angsten en kleinmenselijke imperfecties, terwijl superioriteitsdenken van moslims gezien wordt als een bewijs dat "de islam" vergelijkbaar is met "nazisme".
Het verschil in benadering is problematisch, niet alleen omdat het om twee maten en twee gewichten gaat, maar ook omdat het veronderstelt dat ‘wij’ voor onszelf kunnen denken, terwijl ‘zij’ blindelings beïnvloed worden door een bepaald discours. Dat we het "slecht gedrag" in eigen rangen moeten kaderen en nuanceren en niet als representatief beschouwen voor wie we wérkelijk zijn, maar dat dit niet, nooit, geldt in het geval van de "ander" De "ander" wordt dus niet alleen geplaatst binnen wat omschreven wordt als een onrijmbaar ("onintegreerbaar") denkkader, maar wordt tegelijkertijd afgeschilderd als minder rationeel, minder kritisch, minder vrij, minder humanistisch, minder moreel, minder ‘zoals het zou moeten’. Of hoe extremen in se erg gelijkaardig denken. 


"Extremen" lijken mij niet te denken.
Het denken lijkt mij voorbehouden aan personen.
De islam denkt niet, net zo min als "uiterste waarden" denken.
Extremisten daarintegen denken wel.
Ze denken zelfs gelijkaardig.
Ze denken anders dan "wij".
WAARIN dat denken zich precies onderscheid, dat blijft meestal nogal vaag.
We zijn al lang blij DAT we het kunnen onderscheiden.
Even, heel even maar had ik een ingeving.

"Wij kunnen voor onszelf denken terwijl de extremisten blindelings beïnvloed worden door een bepaald discours".

6 aug. 2012
Dat geldt niet alleen voor denken over ‘zekerheid’ maar ook over JOUW LEVEN EN DAT VAN ANDEREN. Vervelend maar BELANGRIJK (1944, 55 jaar)


Je kunt niet behoorlijk denken als je niet bereid bent jezelf pijn te doen. Als bangerik weet ik daar alles van (1944, 55 jaar)

zondag 20 november 2016

Elianne Van Rens

Uw verhoor leidde tot een wrakingsverzoek van Knoops, omdat rechter Elianne van Rens vooringenomen zou zijn. Bent u het daarmee eens?


'Ze heeft fouten gemaakt door jurisprudentie door elkaar te halen en te insinueren dat mijn verhaal ook maar een mening is. 

Paul Cliteur.

http://www.volkskrant.nl/opinie/paul-cliteur-het-wildersproces-loopt-niet-goed-af~a4418115/

Insinueren mag uiteraard niet.
Een manier om zich te verdedigen tegen de stelling dat "Willen jullie meer of minder Marokkanen?" racistisch zou zijn is opwerpen dat het een vraag is zonder enige zweem van insinuatie.
Maar in het kader van het recht op vrije meningsuiting mag je wel gewoon zeggen:
Het verhaal van Paul Cliteur is ook maar een mening.
Een manier om zich te verdedigen tegen de stelling dat "Het verhaal van Paul Cliteur is ook maar een mening" subjectief zou zijn is opwerpen dat het een zin is zonder enige zweem van insinuatie.

vrijdag 18 november 2016

De angsthaas


Willen jullie meer of minder Marokkanen?
Of, om het anders te formuleren:
Willen jullie meer of minder criminele Marokkanen?
Ik wil minder Marokkanen.
Of, om het anders te formuleren:
Ik wil minder criminele Marokkanen.
Wij willen minder Marokkanen.
Of, om het anders te formuleren:
Wij willen minder criminele Marokkanen.

Wat mag je al dan niet vragen of zeggen onder de auspiciën van de vrije meningsuiting?
Je suis Geert.

Alsof al deze nuances op zich nog niet complex genoeg waren heeft Geert Wilders er nog een extra filosofische dimensie aan toegevoegd in zijn reactie op de eis van het openbaar ministerie.




Zojuist kreeg ik de strafeis van het Openbaar Ministerie te horen: een boete van 5.000 euro.
Het spreken over een van de grootste problemen van ons land - het Marokkanenprobleem - is vanaf nu volgens de elite dus strafbaar. En zo raken we langzaam maar zeker onze vrijheid van meningsuiting kwijt. Zelfs het stellen van een vraag mag niet meer. Ook al zijn miljoenen mensen het ermee eens. En Marokkanen zijn ineens een ras, dus als je wat over Marokkanen zegt ben je vanaf nu een racist. Niemand die dat snapt. Het is de waanzin ten top. Alleen bedoeld om u en mij de mond te snoeren.
Terwijl in andere landen het volk de elite naar huis stuurt, wil de elite hier een oppositieleider de mond snoeren. Nederland dreigt een dictatuur te worden. Het lijkt Turkije wel. De verschillen tussen Nederland en Turkije worden steeds kleiner. De oppositie wordt monddood gemaakt.
Ik ben door bijna een miljoen mensen gekozen. Dat worden er op 15 maart volgend jaar nog veel meer. En het is mijn plicht problemen te benoemen ook als de politiek correcte elite onder leiding van premier Rutte het er liever niet over heeft. Want wegkijken en zwijgen is geen optie.
Ik moet kunnen zeggen waar het op staat.
Want wat heeft u aan politieke angsthazen, die de waarheid niet meer durven te spreken? Die zwijgen over de problemen in ons land? Die de regering naar de mond praten. Die laf de andere kant op kijken?
Helemaal niets! De kop in het zand steken is laf.
En als je over problemen moet zwijgen omdat het stellen van een vraag al strafbaar is dan worden de problemen alleen maar groter. Dan wordt Nederland een dictatuur van bange en laffe politici.

Ik zal dat nooit accepteren. Ik zal blijven vechten voor een vrij en veilig Nederland. Daarom bedreigen islamitische terroristen mij al 12 jaar lang met de dood. En die terroristen staan vandaag te juichen. Wilders wordt gestraft. Het Openbaar Ministerie heeft zich vandaag tot hun bondgenoot gemaakt.
Maar ik laat mij net als u door niemand de mond snoeren!
Geen terrorist zal ons doen zwijgen!
Geen officier in zwarte toga of laffe premier krijgt ons op de knieën!
Ik zal me dan ook helemaal niets van hun strafeis aantrekken. Ze doen maar. Het maakt me alleen maar sterker. Ik word alleen maar meer gemotiveerd.


En u kunt me daarbij steunen.
Door samen met mij te blijven vechten voor het behoud van de vrijheid van meningsuiting. Voor het behoud van een veilig en vrij Nederland.
Ons land.


"Want wat heeft u aan politieke angsthazen, die de waarheid niet meer durven te spreken?"
Of, om het anders te formuleren:
Willen we meer of minder waarheid?
Dat zou pas een makkie zijn voor de rechtbank.
Meer, meer, meer.


Paradoxaal genoeg wordt de meningsuiting daardoor verminderd.
De meningsuiting is immers niet absoluut, laster is verboden.
"Wij willen minder Marokkanen" is de waarheid.
Of, om het anders te formuleren:
"Wij willen niet minder Marokkanen" is louter opinie, het is geen waarheid.
In het licht van de waarheid is de opinie slechts de schaduw in de grot.

Vechten voor de vrije meningsuiting is dan niet zozeer vechten voor "Wij willen minder Marokkanen", dat is immers de waarheid.
Vechten voor de vrije meningsuiting is dan eerder vechten voor "Wij willen niet minder Marokkanen".
Geert Wilders op de bres voor de vrije meningsuiting.
Geert Wilders op de bres voor "wij willen niet minder Marokkanen".
Kut zeg.

donderdag 17 november 2016

De schrijver



Bizar: De drang om te schrijven overwint de onmogelijkheid van taal.