zondag 23 oktober 2016

De cultuurpessimist

http://www.demorgen.be/dmselect/waarom-doemdenkers-zo-diepzinnig-lijken-b61854b1/

Knalprestatie van Maarten Boudry !
Een essay schrijven over cultuurpessimisme zonder dat begrip naar behoren te definiëren. En er nog in slagen van het gepubliceerd te krijgen ook. Het moet gezegd, het heeft wat weg van de Sokal-affaire.

"Cultuurpessimisme" is echter een vlag die vele ladingen dekt.

Vooraleer we daar dieper op kunnen ingaan is het belangrijk te wijzen op het onlosmakelijk verband dat er bestaat in de logica tussen om het even welk begrip en "kritiek". Essentieel in dit verband is het schrandere brein van de Griekse wijsgeer Anexagoras.
"Van zodra er een woord gelanceerd wordt in de logica ("koud" bijvoorbeeld), wordt ook automatisch het antoniem gegenereerd (niet-koud). Kritiek is een aanwijzing voor het antoniem. Indien er geen kritiek zou bestaan, indien er geen aanwijzing zou zijn voor het tegendeel, dan zou dit tegendeel in de onmogelijkheid zijn te bestaan. En er is in de logica geen enkel element aanwezig waarvan het tegendeel niet bestaat, het zou de ontkenning van de logica zelf zijn."
Het voorbeeld van Anexagoras gaat als volgt:
"Het is koud.
Maar er is toch vuur. (= kritiek)
Het is onbelangrijk of de opmerking relevant is of niet. Zo kan het perfect mogelijk zijn dat we te ver van de warmtebron verwijderd zijn om daar ook maar enig voordeel van te ondervinden.
Het is wel belangrijk dat er een opmerking gemaakt kan worden. Indien dat niet zo zou zijn is het onmogelijk dat de notie van niet-koud bestaat."

De term "cultuurpessimisme" duikt voor het eerst op in de geschriften van de vrij onbekende Verlichtingsfilosoof Eduard de Roussillon. Het begrip staat er diametraal tegenover het vooruitgangsgeloof. In het vooruitgangsgeloof is men van oordeel dat er aan de wereld een proces ten grondslag ligt dat diezelfde wereld zich altijd zal ontwikkelen naar een betere wereld.
"Men moet al een echte cultuurpessimist zijn om daar blind voor te zijn", schreef de Roussillon.
Dat is de eerste vermelding van het begrip "cultuurpessimisme".
Het moet echter gezegd, Eduard de Roussillon was niet meteen de meest begaafde der Verlichtingsfilosofen. Uit de context van zijn "Au bord de la foi" blijkt duidelijk dat hij "cultuurpessimisme" en "achteruitgangsgeloof" als synoniemen beschouwt. Elke vorm van kritiek op de wereld was een bewijs van een achterlijk achteruitgangsgeloof.
Eduard de Roussillon glijdt hiermee af naar een gevaarlijke afwijzing van de logica.
"De wereld gaat vooruit.
Maar er is een mankement.
Dit mankement is niet relevant omdat de wereld vooruit gaat."
Zelfs Maarten Boudry zal deze denkfout herkennen.

Scherpe reactie kwam er onder meer van de Rus Vladimir Lavrov.
Hij zag de geschiedenis van de wereld als een grafiek met pieken en dalen.
"We kunnen moeilijk volhouden dat de wereld er op vooruit gaat als duizenden mensen gedood worden in een nietsontziende oorlog, als tienduizenden mensen omkomen van honger en dorst, als honderdduizenden mens op de vlucht zijn voor naderend onheil. Het is de taak van de cultuurpessimist om de vinger op de wonde te leggen".
"Cultuurpessimist" wordt gebruikt in de betekenis van "cultuurcriticus".
"Kritiek" is niet noodzakelijk een bewijs van een achteruitgangsgeloof, het kan een bewijs van een (tijdelijke) achteruitgang zijn.

Hoezeer men het ook kan betreuren, een nieuwe dimensie in het debat werd aangebracht door de postmodernistische denker Georg Zweifel.
"Kritiek is altijd tijdsgebonden. Hij die kritiek levert in de periode van een opwaartse trend is een cultuurpessimist terwijl hij die kritiek levert in de periode van een neerwaartse trend eerder als cultuuroptimist moet beschouwd worden."
Sedert Georg Zweifel moet "kritiek" altijd in termen van "terechte kritiek" en "onterechte kritiek" bekeken worden. De vraag is natuurlijk welk medium het best geschikt is om dat onderscheid te maken.

De voor cultuurpessimist (wat is dat?) versleten Johan Huizinga suggereerde het spel.
Wij spelen, en weten, dat wij spelen, dus wij zijn meer dan enkel redelijke wezens, want het spel is onredelijk.

Het gevaar van een mystiek dreigt.
Tenzij de rede (van Maarten Boudry) mystiek is en het spel universeel.






zondag 9 oktober 2016

Kees Kraaijeveld




We zijn de waarheid uit het oog verloren'

Weg met relativisme en cynisme



'Het is alles of niets', sprak Mark Rutte manmoedig in Zomergasten. De premier had het over de Nederlandse normen en waarden. Dat we daarin dus niet een beetje vrijblijvend mogen shoppen. 'Het is geen cafetariamodel.'

Goed dat Rutte, als voorman van de grootste partij van Nederland, aan de vooravond van de verkiezingscampagne, de Nederlandse waarden op de agenda zet. Waarden gaan over wat we het allerbelangrijkst vinden. Het zijn woorden voor wat mensen wensen. Door te denken en te discussiëren over waarden tillen we het publieke debat naar een wezenlijker niveau.
Maar de grote vraag die Rutte in Zomergasten niet kreeg luidt: Als het inderdaad geen cafetariamodel is en als we in het Nederlandse café der waarden dus moeten eten wat de pot schaft, wat staat er dan op het menu?

Rutte spreekt als liberaal vanzelfsprekend over 'vrijheid' en over 'het op een beschaafde manier met elkaar omgaan'. Zijn partijgenote Edith Schippers had het onlangs over 'de democratie' die moet worden beschermd. En verder moeten we ons van haar 'met elkaar bemoeien'.

Vrijheid, democratie, gelijkheid, tolerantie. Is dat dan alles? Mist hier niets? Toch wel. Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, ook VVD'er, deed nog een poging bij de opening van het academisch jaar: 'een discussie op basis van kennis en feiten'

Dat komt in de buurt, maar ook bij Dekker mist een essentiële waarde. Want wat is de grote vergeten waarde van onze tijd? Natuurlijk: de waarheid.

Het probleem met waarden is dat het - anders dan Rutte zegt - wél een cafetariamodel is. Groepen mensen vormen waardenhiërarchieën, die zijn essentieel voor de groepsvorming. Maar er bestaat geen vaststaand menu waarvan je alles moet nemen. Nee, het relatieve belang van waarden verandert voortdurend. En soms dreigt er dus wel eens een waarde van tafel te vallen, zoals nu met de waarheid.

En dat kan zo niet langer. De waarheid moet weer hoog in het vaandel. Bij u, bij mij, bij politici, journalisten, wetenschappers, bij iedereen.

Hoezo? Omdat het streven naar waarheid een cruciaal ingrediënt is voor beschaafd samenleven. Omdat we onvoldoende beseffen dat het zoeken naar de waarheid onmisbaar is voor ons streven naar vooruitgang.

Actie is nodig. Relativisme en cynisme dienen we voortaan keihard te bestrijden. De waarheid moeten we weer een ereplek geven tussen al die andere waarden waar we als westerse beschaving zo trots op zijn: gelijkheid, democratie, tolerantie en vrijheid. We zijn vergeten dat dit rijtje niet zonder de waarheid kan.
Cynisch snuiven, dát doen we tegenwoordig als het om 'het ware' gaat. De waarheid is voor naïeve dommeriken die niet willen begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. Dit zijn tijden van post-truth politics. Leugens regeren. We hebben de Brexit-campagne gezien. Boris Johnson en andere Brexiteers die de Britten vertellen dat Europa ze wekelijks 350 miljoen pond kost, terwijl het per saldo amper de helft is. Brexit zou een einde maken aan de immigratie, het zou goed zijn voor de Britse economie. Nonsens. Wie met feiten kwam, werd weggehoond. De waarheid voorbij.

We zien Trump fulmineren en debatteren. De Amerikaanse factcheckers kunnen de leugens van de man amper bijhouden. Het deert hem nauwelijks. Al die naarstig opgezochte feiten bereiken Trumps supporters toch niet. Zoals ook de Russische bevolking de feiten over de MH17 niet onder ogen krijgt, maar wel de inconsistente berichten die worden verspreid via het Kremlin van Vladimir Poetin.

In eigen land kan PVV-leider Wilders ongestraft stellen dat Europa een Nederlands gezin 40 duizend euro kost. Niet alleen extreemrechts liegt. Als SP-Kamerlid Renske Leijten actie voert tegen het zorgstelsel klaagt ze steevast dat het basispakket de afgelopen tien jaar kleiner is geworden. Feitelijk onjuist: het basispakket is alleen maar gegroeid, met meer behandelingen, meer medicijnen en veel meer euro's.

En als je je woede hierover deelt met anderen, word je meestal meewarig aangekeken. 'Maak je niet zo druk, Kees, het zijn politici.' Gevolgd door een les over 'hoe de politiek nu eenmaal werkt'. Steeds komen mensen met dat afgezaagde modewoord 'framing'. Dat Leijten liegt over het basispakket, past nu eenmaal in het 'antimarktwerking-frame' van de SP. Dat zou ik toch zo langzamerhand eens moeten snappen. Trouwens: politici, die zijn sowieso niet te vertrouwen.

Wantrouwen

Een vriendin, net moeder geworden, vertelt me dat ze vreselijk twijfelt of ze haar kind moet laten inenten. 'Natuurlijk', zeg ik. Want dat is het beste voor je eigen kind én voor de volksgezondheid. 'Maar hij kan er autistisch van worden', zegt ze. 'Dat is een hardnekkig fabeltje', probeer ik geruststellend. 'Kijk vooral even op de site van het RIVM.' 'Het RIVM, really? Die hebben toch connecties met de grote farmaceuten? Die willen gewoon vaccins verkopen!' Zo verkiest een hoogopgeleide jonge vrouw de angstige praatjes uit haar facebookbubble boven het advies van de experts.

'The country has had enough of experts', riep het Brexit-camp. Feiten en cijfers zijn koud en kil en bovendien: manipuleerbaar. Wetenschappers zijn verdacht. RIVM, CBS, CPB, IMF, de universiteiten, allemaal instituten die eens boven elke twijfel waren verheven, worden niet meer vertrouwd.

Het wantrouwen in de instituties treft ook de journalistiek. GeenStijl noemt onze onafhankelijke publieke omroep consequent de 'staatsomroep'. In Duitsland hebben de rechts-populisten van Pegida de nazi-term 'Lügenpresse' weer van stal gehaald om de doorsneemedia zwart te maken.

En dat werkt. Mensen gaan geloven dat de media liegen en dat de experts liegen. Zijn er niet incidenten te over? Natuurlijk. Ook niet alle experts weten de waarheid hoog te houden en gerenommeerde instituten worden soms inderdaad slachtoffer van politieke manipulatie. Bij het IMF moest de interne kwaliteitscontroleur vaststellen dat het fonds onder politieke druk 'over-optimistische prognoses over de groei van de Griekse economie' publiceerde. De waarheid sneuvelde hier voor politieke opportuniteit.

Ook de media hebben de waarheid niet altijd even hoog in het vaandel staan. Neem het interview in NRC Handelsblad met de diëtisten Tessa Moorman en Merel von Carlsberg. De dames hebben, het zal u niet zijn ontgaan, zonder enig kritisch tegengeluid hun Green Happiness-dieet mogen aanprijzen in het interview. Gewoon hun adviezen volgen (geen zuivel, geen gluten, geen eieren) en u bent weer gezond, want: 'Als je je lichaam maar de middelen geeft die het nodig heeft, dan heelt het zichzelf.'

Klopt het wel wat hier staat? Is het wel waar wat deze persoon zegt? In het interview met Moorman en Von Carlsberg deed het er blijkbaar niet toe. Dat het 'kul' was, erkende interviewster Rinskje Koelewijn achteraf op Twitter. Maar wel 'kul die 200.000 mensen eten'.

Journalisten nemen hun rol als hoeder van de waarheid niet serieus genoeg. Een week later, in dezelfde krant, laat professor Peter Jan Margry dezelfde denkfout optekenen in het stuk van Kim Bos over alternatieve geneeswijzen. Margry mag zonder enige tegenwerping concluderen dat kwakzalverij als reflexzonetherapie en homeopathie toch 'nuttig' moet zijn omdat alleen al in Nederland een miljoen mensen er gebruik van maken, ruim 80 procent hoogopgeleid bovendien. 'Zijn dat allemaal naïeve idioten?', vraagt Margry zich af. Of een behandeling bewezen wérkt of niet, dat doet er niet toe. Het gaat erom hoe het voelt voor de mensen. Een miljoen naïeve idioten kunnen toch geen ongelijk hebben? Ik denk dan: welke idioot interviewt nou zo'n idioot?

Nog een voorbeeldje, uit Vrij Nederland. Dat laat 'duurzaam ondernemer' Tom van de Beek beweren dat een voedselbos veel productiever is dan de huidige landbouw; 'vijf keer zoveel voedsel als dezelfde oppervlakte aan landbouwgrond, zonder gebruik van pesticiden of kunstmest'. Hij mag het zeggen, zonder weerwoord of kritische vraag. Terwijl het flauwekul is. Met een voedselbos word je nooit productiever dan met de huidige landbouw.

Alles-overstijgend doel

Hoe hebben we het zover kunnen laten komen? Daar zijn al talloze redenen voor genoemd, vooral vanuit sociologisch perspectief. God is dood, ontkerkelijking, mondialisering, individualisering. Noem maar op. Ook zijn er talloze ideologische stromingen die aan de waarheid een broertje dood hebben. Denk aan pragmatisme, het postmodernisme of het sociaal-constructivisme. Het relativisme van 'jij hebt jouw waarheid en ik de mijne' is breed geaccepteerd, zeker in ons egalitaire Nederland. Bij een partij als D66 staat het zelfs in de beginselen: 'Niemand heeft de waarheid in pacht'.

Psychologisch is goed te duiden dat we moeite hebben met de waarheid. Kritisch denkwerk kost moeite en ons brein is liever lui dan moe. We zijn goedgelovige groepsdieren, dol op mooie verhalen die ons leven mooier, leuker en zinniger maken. Of iets waar is, doet er niet toe. Een lekker verhaal moet je niet stuk checken.

Maar de gebrekkige populariteit van de waarheid heeft nog een oorzaak, een die niet zo vaak wordt benoemd. Daarvoor moeten we kijken naar waarden. De waarheid moeten we dan beschouwen vanuit de waardenleer, vanuit een 'axiologisch perspectief'.

De waarheid geldt al sinds de klassieke oudheid als een van de hoogste waarden. Voor scholastieke denkers als Thomas van Aquino en Bonaventura, was het Ware, samen met het Schone en het Goede, nog een alles-overstijgend doel. Ook voor Verlichtingsdenkers waren de rede, de vooruitgang en de waarheid nog kernwaarden. Langzamerhand zijn we de waarheid uit het oog verloren, ook omdat die botst met andere waarden die we belangrijk zijn gaan vinden. Vrijheid, gelijkheid en broederschap hebben de overhand gekregen, met de waarheid als belangrijkste slachtoffer.

Dat Rutte, Schippers en Dekker de waarheid niet expliciet meer noemen als ze het over de Nederlandse waarden hebben is geen wonder. In de vele waardenmodellen die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld dankzij het empirisch onderzoek van sociologen en moreelpsychologen ontbreekt waarheid als eindwaarde structureel. Dit terwijl mensen wel schoonheid en goedheid blijven noemen. Aan de gedragswaarde 'eerlijkheid' hechten we nog wel, maar de klassieke zoektocht naar waarheid, het toetsen van oude en nieuwe verhalen op hun validiteit, het streven naar steeds waarachtiger en vollediger theorieën over de werkelijkheid, het tegenspreken van onzin, dát zijn we vergeten.

Minachting voor experts

En niet voor niets. Waarheid is ouderwets. Waarheid is star en waarheid is lastig. Waarheid is naarheid. Het botst met moderne waarden die we hoog achten, met gelijkheid, met democratie, met tolerantie en vrijheid. Kijk maar.

Waarheid is een kwaliteitsstempel. Streven naar waarheid betekent onderkennen dat de ene uitspraak meer waar is dan de andere. Als we de waarde van waarheid in ere herstellen, komen we niet meer weg met het gemakkelijke relativisme van 'jij jouw waarheid, ik de mijne'. De waarde van waarheid houdt in dat ik ongelijk kan hebben en jij gelijk. Het betekent dat we met elkaar in debat moeten om hiërarchie aan te brengen in meer en minder waar. En dat staat op gespannen voet met gelijkheid, een centraal uitgangspunt van onze samenleving.

Onze liefde voor gelijkheid en de hieruit volgende democratisering van kennis, macht en kapitaal, verklaart ook de minachting voor experts. Democratie betekent one man one vote. Maar zonder de waarheid als kwaliteitstoets leidt dit democratisch uitgangspunt al snel tot verwarring. De mening van de professor die er jaren op heeft gestudeerd, weegt ineens even zwaar als de mening van iemand die net voor het eerst op het onderwerp heeft gegoogeld. Mensen voelen dat écht zo. 'Wat een arts weet, is wat ik weet', zegt transitiegoeroe Tony Bosma. Onzin natuurlijk. Zelfs als alle data 'gedemocratiseerd' zou zijn, blijft er een verschil tussen informatie en kennis en het deskundige oordeel van de expert.

Niet iedere mening telt. Niet iedere zienswijze is even waar en daarmee even waardevol. We moeten waarheid weer als waarde omarmen. Dat hebben wij democraten nodig om voor onszelf te kunnen rechtvaardigen dat we meer waarde moeten hechten aan wat experts zeggen dan aan wat leken roepen.

Logicus Bertrand Russell, een man die leefde voor de waarheid, heeft hiervoor ooit mooie vuistregels geformuleerd: 1) als de experts het eens zijn, moeten leken accepteren dat het waarschijnlijker is dat deze consensus waar is, dan dat het tegendeel waar zou zijn; en 2) als de experts van mening verschillen, kan de leek zich beter van een oordeel onthouden.

Waarheid conflicteert ook met breed geaccepteerde waarden als tolerantie en respect. Wat er gebeurt als je de waarheid uit het oog verliest en alleen nog vanuit tolerantie handelt, heeft niemand recentelijk mooier en schokkender omschreven dan journalist Margalith Kleijwegt.
Kleijwegt bezocht vorig jaar in opdracht van de minister van Onderwijs een aantal mbo's en hbo's. Ze beschrijft in haar rapport '2 werelden, 2 werkelijkheden' hoe docenten worstelen met klassen waarin zowel PVV-aanhangers als gelovige moslims zitten. Een docente toont een filmpje van de aanslag op de Twin Towers. Twee leerlingen willen een ander filmpje laten zien, een versie waaruit blijkt dat de Amerikanen en de zionisten erachter zaten. Dat mag van de docente. Prima, ze respecteert de verschillende perspectieven.

Dan komt het. Na de twee filmpjes besluit de docente 'neutraal te blijven'. Ze vond dat 'beide waarheden op deze manier naast elkaar konden bestaan'. Met alle begrip voor de lastige situatie waarin de docente zich bevindt: dat is een jammerlijke misser. Hier leren die kinderen niets van, geen feitenonderzoek, geen debat, niet het inleven in andermans perspectief en al helemaal niet: beschaafd samenleven. Niets.

'Een leraar moet zin van onzin durven scheiden', schreef Aleid Truijens pas nog in een heldere column over Kleijwegts onderzoek. Eens, maar dan moet een leraar daar ook opdracht toe krijgen. Scholen hameren voortdurend op respect en tolerantie, maar - best vreemd voor kennisinstellingen - zelden expliciet op de waarheid. Deze docente nam het niet op voor de waarheid en koos de makkelijke weg van het relativisme.

Mag deze docente dat dan niet zelf weten? Nee dus. Vrijheid is een groot goed. Het is de waarde die op de menukaart van onze premier vanzelfsprekend bovenaan staat. Maar vrijheid zou hier moeten wijken voor de waarheid. Het is niet 'anything goes', want sommige uitspraken zijn nu eenmaal meer waar dan andere.

Een morele opdracht

We hebben de waarheid weggepoetst van ons blazoen, omdat deze klassieke waarde ongemakkelijk botst met moderne waarden als gelijkheid, democratie, tolerantie en vrijheid.

Dat is een kostbare vergissing. Een misstap die hersteld moet worden. Het streven naar waarheid is, net als het optimisme van filosoof Karl Popper, een morele opdracht. We moeten de waarheid verdedigen tegen relativisme, tegen gemakzuchtige tolerantie en tegen de wals van democratische gelijkheid.

Waarheid staat voor een nieuwsgierige en kritische levenshouding. Waarheid staat voor eerlijk en vertrouwenwekkend gedrag.

We hebben waarheid gewoon nodig, ook heel praktisch. Het streven naar het ware is wat ons bindt. Alleen voor wie naar waarheid zoekt, is het inhoudelijk interessant te debatteren. Vergeten we de waarheid, dan kunnen we ons net zo goed helemaal terugtrekken in de comfortabele filterbubbles van het eigen gelijk. Dan versplintert de samenleving.

Als we de zoektocht naar de waarheid blijven relativeren, als we blijven ontkennen dat er zoiets bestaat als een meer en een minder waar en als we experts koppig als onze gelijke blijven zien, dan zullen paranoia en wantrouwen nog meer de overhand krijgen. En met het verlies van onze 'high trust'-samenleving verdwijnen ook alle politieke, sociale, culturele, juridische én economische voordelen die daarbij horen.

Dit mogen we niet laten gebeuren. Alleen met de waarheid hoog in het vaandel kunnen we samenleven in een maatschappij waarin we elkaar kunnen vertrouwen: in truth we trust.

Kees Kraaijeveld is filosoof, psycholoog en directeur van De Argumentenfabriek.

Wat kunt u zelf doen?

1 Onderstreep het belang van waarheid en waarheidsvinding

2 Strijd tegen onwaarheden

3 Neem niets voor waar aan zonder onderbouwing

4 Zoek actief naar tegenbewijs

5 Bestrijd relativisme

6 Trek niet zonder reden de waarheden van experts in twijfel

7 Bestrijd cynisme

8 Zoek actief naar feiten en onderbouw ze zo cijfermatig mogelijk

9 Heb oog voor de kwaliteit van informatie

10 Heb oog voor de kwaliteit van de bron van informatie

11 Verdedig experts en hun instituten

12 Accepteer geen leugens van politici

13 Stem nooit op politici die liegen

14 Maak consequent onderscheid tussen feiten en meningen

15 Streef naar waarheid, streef naar consensus over de feiten

16 Neem nooit genoegen met 'ook een mening'

http://www.volkskrant.nl/politiek/-we-zijn-de-waarheid-uit-het-oog-verloren~a4391497/?utm_source=twitter&utm_medium=social&utm_campaign=shared%20content&utm_content=paid&hash=a184b05a250ca8b110b3c093b8a64307ed8a8bb5





"Weg met het relativisme"
Het eerste wat ik me altijd afvraag bij het lezen van een leus is de vraag naar het alternatief.
"Lang leve het niet-relativisme".
In de logica, toch een wezenlijk element van de waarheid, kan men er niet omheen dat niet-relativisme en absolutisme met elkaar verwant zijn.
Maar, ik geef het toe, daar kan over gedebatteerd worden. Het is niet de waarheid.
(Alleen voor wie naar waarheid zoekt, is het inhoudelijk interessant te debatteren.)
Er is nu eenmaal een verschil tussen de waarheid spreken en naar de waarheid streven.

Ik wou het hebben over een feit.
Kees Kraaijeveld is filosoof, dat is een expert in de filosofie.
Als een filosoof zijn zin met een 'anything goes' lardeert, dan mogen we er van uitgaan dat hij weet waar hij het over heeft.
Niet dus.
Volgens Wikipedia verwijst 'anything goes' naar een musical, een titelsong of een film.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Anything_Goes
Eens te meer een bewijs dat Wikipedia alvast geen expert in de filosofie genoemd kan worden.
'Anything goes' verwijst naar een stelling van filosoof Paul Feyerabend.

It is clear, then, that the idea of a fixed method, or of a fixed theory or rationality, rests on too naive a view of man and his social surroundings. To those who look at the rich material provided by history, and who are not intent on impoverishing it in order to please their lower instincts, their craving for intellectual security in the form of clarity, precision, "objectivity", "truth", it will become clear that there is only one principle that can be defended under all circumstances and in all stages of human development. It is the principle: anything goes.

Het moet duidelijk zijn dat Feyerabend hier niet mee bedoelde dat alles zo maar om het even is.
Het gaat over de methode.
Over het feit dat een musical, een titelsong of een film evenveel zoden aan de dijk kan zetten dan een essay (bijna had ik 'opiniebijlage' geschreven.)
Of een karamellenvers.

als we blijven ontkennen dat er zoiets bestaat als een meer en een minder waar
dan lijkt het onderscheid tussen "zijn" en "bestaan" mij nog niet zonneklaar.




zaterdag 1 oktober 2016

De pierewieter


"Er zijn mensen die beweren dat God bestaat, zonder dat je het kunt bewijzen. Toch doen ze alsof God een realiteit is. Ik noem ze pierewieters. Rik Torfs is er zo een."
Etienne Vermeersch

Als er één ding is dat we van Etienne Vermeersch moeten onthouden, dan is het wel dit:
Als er iets is wat niet bestaat dan verzin je het toch gewoon.

"Er zijn mensen die beweren dat de Rede bestaat, zonder dat je het kunt bewijzen. Toch doen ze alsof de Rede een realiteit is. Ik noem ze trampolijners. Etienne Vermeersch is er zo een."

"Ignodichotomie" lijkt me ook een prachtig woord.
of "zeugmablind".